dinsdag 3 december 2024

Adventservaring

Afgelopen vrijdagavond werden mijn mobiel en mijn bankkaarten gestolen uit mijn binnenzak in hartje Brussel centrum. Dat was enorm balen. ‘Een mooie reden om eens lekker bij de pakken neer te zitten!’ zou een cynicus zeggen. Op zaterdag neigde ik om dit staaltje knappe wijsheid op te volgen. Alles wat ik in het dagdagelijks leven nodig had, bleek als sneeuw gesmolten voor de zon. Ik maakte mij zorgen om het geld op mijn rekeningen en de persoonlijke zaken op mijn mobiel ondanks dat ik alles geblokkeerd had. Het zou toch niet allemaal weg en verloren zijn… Kortom: stressen geblazen! Het was plots vrij duister en dat terwijl de Advent voor mij meestal geen duistere, maar eerder een warme periode is.
Na een zware nacht verplaatste ik mij voor de woorddienst naar de OLV Evere, waar wij als slotlied ‘De nacht loopt ten einde’ zongen. Ik werd geraakt door de tekst en het besef drong tot mij door dat ‘mijn’ nacht ook ten einde mag lopen en een ‘nieuwe’ dag naderbij kwam. Er is hoop! Alles wat van mij gestolen was, is geblokkeerd en de nieuwe mobiel en bankkaarten zijn onderweg. Er kwam een nieuwe zon voor mij op…
Zo bleek een hele vervelende ervaring zich te transformeren in een ware Adventservaring. Van duisternis tot licht. Geraakt worden door de hoop in ons binnenste. Moge die vlam van hoop inderdaad een waakvlam zijn die nimmer zal doven. Ook niet in onze duisterste momenten. In dat licht wens ik u een inspirerende en hoopvolle Adventstijd toe!

Pastor Tijmen

De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij.


1. Het volk dat woont in duisternis zal weten wie zijn Heiland is.
Onverwacht komt van heind’ en ver de Mensenzoon, de morgenster.

2. Tekens aan sterren, zon en maan, hoe zal de aarde dat bestaan?
Zo spreekt de Heer: verheft u vrij want uw verlossing is nabij.

3. Wanneer de zee bespringt uw land en slaat u ’t leven uit de hand,
weet in uw angst en stervenspijn: uw dood zal niet voor eeuwig zijn.

4. Ziet naar de boom, die leeg en naakt in weer en wind te schudden staat,
de lente komt, een twijg ontspruit, zijn oude takken lopen uit.

5. Een twijgje, weerloos en ontdaan, zonder gestalte, zonder naam.
Maar wie gelooft, verstaat het wel. Dat twijgje heet: Emmanuel.

6. Die naam zal ons ten leven zijn. Een zoon zal ons gegeven zijn.
Opent uw poorten, metterdaad dat uw Verlosser binnengaat.

(Tekst: Huub Oosterhuis)