Voor dit project wilde ik samenwerken met iemand die ook verteller is en een mooie Godly Play ruimte heeft. Eind november nam ik met haar contact op, maar het kwam niet goed uit (te veel werk, familiaal druk,...). Ik moest mijn enthousiasme wat temperen en vol geduld wachtte ik, zoals afgesproken, tot na nieuwjaar om terug contact op te nemen. Maar opnieuw lukte het niet om af te spreken. Of ik binnen veertien dagen eens kon terug bellen. Het begon bij mij vanbinnen zo wat stilletjes aan te koken, maar ik bleef geduldig en vol goede moed wachten. Samen het project uitbouwen vond ik belangrijker, het hielp mij mijn ongeduld onder controle te houden. Wat zijn nu veertien dagen? Die veertien dagen werden nog eens met veertien dagen verlengd.... wat de kwaadheid er niet minder op maakte. Maar ik hield vol, eens zou het toch wel lukken. Ik wilde de moed niet opgeven omdat ik in het project geloof, en dat geloof hielp mij mijn kwaadheid onder controle houden. En ja hoor, het is gelukt. Vandaag heb ik een afspraak vastgekregen.
Ik heb eruit geleerd dat het de moeite loont om vol te houden, om niet te forceren. Als kwaadheid samengaat met moed/geduld dan is er hoop. Dan is er hoop op een toekomst.
En weet je wat het toeval wil (of is het geen toeval)? In een nieuwsbrief krijg ik vandaag een citaat van Augustinus onder ogen:
“Hoop heeft twee prachtige dochters, woede en moed. Woede over de dingen zoals ze zijn en moed om te geloven dat ze niet zullen blijven zoals ze zijn.”
Dat kwam bij mij heel sterk binnen.
Pastor Mariette